Laat inwoners zien hoe ze zelf actie kunnen nemen tegen de klimaatverandering.

Sinds 2005 woon ik (weer) in Deventer. Alweer zo’n 5,5 jaar ben ik medewerker van de Statenfractie van GroenLinks Overijssel. Daarvoor heb ik bijna 7 jaar gewerkt voor Natuur en Milieu Overijssel (NMO, een van de provinciale natuur- en milieufederaties) als medewerker ‘Natuur en Landschap’.

In 2008 was ik vanuit NMO (mede namens Landschap Overijssel, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten) betrokken bij de tot totstandkoming van de Overijsselse fracties van Water Natuurlijk (WN) en heb ik voor Water Natuurlijk ten behoeve van drie waterschappen de kandidatenselecties e.d. georganiseerd.

Ik ben in 1996 in Deventer afgestudeerd als milieukundige, ik heb daarna oa gewerkt bij de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland en de Natuur- en Milieufederatie Drenthe. Bij beide functies was een van mijn taken het ondersteunen van de groene waterschappers. Sinds 2005 ben ik dus weer terug in Deventer.

Ik durf te zeggen dat ik Overijssel redelijk goed ken. Mijn wortels liggen in Twente. In mijn vrije tijd maak ik met enige regelmaat fietstochten in onder andere Salland en het Vechtdal. Afgelopen zomer liet mij duidelijk zien hoe belangrijk klimaatadaptatie is. Grootste uitdaging: hoe laat je inwoners van steden en dorpen zien hoe je zelf maatregelen kunt nemen om je eigen buurtje beter bestand te laten zijn tegen klimaatverandering. Een eenvoudig begin: ‘Tegel eruit, groen erin.’