Bemesten van dijken, moeten we dat willen?
“Waarom zaait het waterschap geen andere schralere soorten in op de dijken bij de Vecht, in plaats van ook de laatste verbindingen in het landschap met de injecteur om zeep te helpen. Je zou toch ook ruige stalmest kunnen gebruiken?”
Die vraag, of meer, die hartenkreet, kreeg de fractie naar aanleiding van de proef die het waterschap doet met het bemesten van delen van de Vechtdijk tussen Dalfsen en Zwolle.
In het kort
Het korte antwoord is dat het bemesten van dijken in principe niet is toegestaan. Op dijken van klei levert dit een sterke bloem- en kruidenrijke grasbedekking op met een sterk wortelstelsel. Maar op de zanddijken langs de Vecht is de grasmat verschraald en zijn er open plekken, waardoor de sterkte afneemt. Doorzaaien met andere schrale soorten leverde eerder niet de gewenste versterking op: de dijkbeheerders merkten heel sterk dat de ondergrond bepaalt welke grassen en kruiden er groeien. Om toch de veiligheid op peil te houden, is actie nodig. Daarom wordt nu een proef van drie jaar behouden met verschillende manieren van bemesten.
Een uitgebreide toelichting
Naast deze korte verklaring is er voor de liefhebbers ook nog een zeer uitgebreide toelichting op het waarom en hoe van de proef. Sinds 2000 past het waterschap natuurtechnisch beheer toe op de Vechtdijken. Dit houdt in:
- Niet bemesten, en
- twee keer per jaar het gewas maaien en afvoeren: eerst tussen 15 juni en 15 juli (het gewas is dan uitgebloeid en laat zaden achter; de meeste beschermde soorten mogen ook in deze periode gemaaid worden), de tweede keer in september.
Deze manier van onderhoud leidt op zanddijken echter tot enorme verschraling. Dat bleek onder meer uit het steeds kleinere aantal tonnages dat er elk jaar aan gewas afkwam. En als je met de spade een zode eraf steekt, dan zie je dat de wortels als het ware in “los zand” zitten, en niet meer één geheel vormen met de gronddeeltjes. Dat hoort niet: de wortels moeten samen met de gronddeeltjes een samenhangend pakket zijn. Doordat het organische-stofgehalte is afgenomen, houdt de graszode ook geen vocht vast. De dijken verdrogen dan heel snel.
De biodiversiteit neemt de laatste jaren hierdoor ook zienderogen af, omdat bepaalde soorten de overhand nemen. Na de twee droge zomers zie je nu veel schapenzuring en smalle weegbree; wel lijkt de mosvorming iets af te nemen.
Proef voor drie jaar
Om graszode weer voldoende sterk te krijgen, zoekt het waterschap naar wat het beste werkt. Uitgangspunten zijn dat er de komende drie jaar op twee locaties (de Noordelijke en de Zuidelijke Vechtdijk) met elk acht proefvakken drie soorten bemesting worden getest. Waar mogelijk worden de proeven in samenwerking met de omgeving (pachters en eigenaren Vechtdijken) uitgevoerd.
Vooraf is een 0-meting gedaan: de beworteling en de soorten vegetatie en de bedekkingsgraad van elk vak is bekeken, en er zijn bodemmonsters genomen. De komende drie jaar wordt dit steeds herhaald om te bekijken welk effect de meststoffen hebben. Dat zijn er meerdere, gebaseerd op zowel kosten als de mogelijkheid om lokale samenwerking op te zoeken:
- struviet: een mineraal dat wordt gewonnen bij de reiniging van rioolwater. Dat past in onze doelstelling van circulaire economie.
- bokashi: organisch materiaal wat door middel van fermentatie word omgezet tot bodemverbeteraar. Ook circulair dus.
- rundveemest: in samenwerking met een van de pachters in Dalfsen wordt via injecteren een aantal vakken te voorzien van drijfmest. De aanliggende percelen worden ook geïnjecteerd. Dat injecteren, en daarmee het kapotsnijden van de grasmat, blijkt niet alleen bij onze vragensteller een punt te zijn. Het blijkt echter dat de injecteur slechts 3 tot 4 cm in de grond gaat. Het wortelpakket is ongeveer 20 cm is, dus die 4 centimeter is minimaal, en de zode zal dan ook snel herstellen.
De toekomst
Het is zeker niet zo dat het waterschap de dijken weer standaard jaarlijks gaan bemesten. De beheerders zoeken naar het punt dat met minimale bemesting of toevoegen bodemverbeteraar, de grasmat weer de benodigde sterkte kan krijgen. Zodat een zo natuurlijk mogelijk begroeide dijk ook veiligheid blijft bieden aan de mensen die erachter wonen en werken.
Ongelofelijk dit. Wat een werkverschaffing. Maaien en afvoeren. En dan mest opbrengen. Als je niet afvoert, hoef je ook niet te bemesten. Mulchen heet dat. De hele hovenierssector weet ervan. Maar het waterschap moet eerst proeven doen. Het wiel uitvinden. Wie is hier nou weer het grote geld aan het maken? Gewoon stoppen met afvoeren van maaisel. En klaar is… Lees verder »
Beste Nick Zwart, bedankt voor de reactie. Het gaat hier om testen op kleine schaal om de veiligheid te verbeteren (betere doorworteling dijk), waarbij het waterschap ook de biodiversiteit wil behouden. Als je maar enkele keren maait en het maaisel laat liggen, zorgt dit wel voor organische bemesting, maar komt dit de biodiversiteit niet ten goede. Het is een test… Lees verder »
Beste Water Natuurlijk, Is ook overwogen om als groenbemesting het maaisel één keer in plaats van 2 keer in het jaar af te voeren? Bijvoorbeeld een keer per jaar maaien en afvoeren en een keer per jaar klepelen en niet afvoeren. Misschien ontstaat er dan een betere balans. Een sterke grasmat en toch voldoende verschraling waardoor er ruimte is voor… Lees verder »
Beste Jan van der Lans, het is een experiment/test dat door het waterschap wordt uitgevoerd om te testen hoe de dijk voldoende stabiel blijft. Daarnaast vinden wij het vanuit Water Natuurlijk belangrijk dat de biodiversiteit behouden blijft. Een keer maaien en afvoeren en een keer klepelen is hier niet bij betrokken. Alle afwegingen hierbij heb ik niet in beeld. In… Lees verder »