Fietsen langs de IJsselbiënnale – van Wijhe naar Zwolle

Hoog en droog van Maze de Boer bij de IJsselbiënnale 2017.
Hoog en droog van Maze de Boer bij de IJsselbiënnale 2017.
FacebookTwitterLinkedInWhatsAppEmailPrintMastodonBlueskyShare

Piet de Noord is namens Water Natuurlijk lid van het AB van Waterschap Drents Overijsselse Delta. Deze zomer fietste hij een aantal dagen langs de IJsselbiënnale. Hij deelt graag zijn ervaringen. Vandaag de laatste etappe: van Wijhe naar Zwolle.

IJsselbiënnale 2017

Hoog en droog van Maze de Boer

Hoog en droog van Maze de Boer

In Wijhe pakken we weer eens de pont. Aan de overkant komen we terecht in de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld. Hoogwater is er in geen velden of wegen te bekennen, maar Maze de Boer heeft zijn kunstwerk “Hoog en Droog” gemaakt met het oog op die ene keer in de 80 jaar dat de geul wél vol water zal staan. De hoogwatergeul verlaagt dan de waterstand op de IJssel met maar liefst 71 cm. Op die situatie zijn ook de hoogspanningsmasten die in de geul staan voorbereid.

Hoog en droog van Maze de Boer

Hoog en droog van Maze de Boer

Verdronken Sluiswachtershuisje, van Anne ten Ham

Verdronken Sluiswachtershuisje, van Anne ten Ham

Bij Wapenveld komen we de papierindustrie weer tegen. Hoewel, de Berghuizer Papierfabriek is gesloten in 2008. We vervolgen onze tocht langs het Apeldoorns Kanaal, dat zijn functie voor de scheepvaart allang heeft verloren en ook niet terug zal krijgen. De Hezenbergersluis is nu alleen nog een fraai stukje erfgoed. Anne ten Ham verbond dit verleden met de huidige klimaatproblematiek maakte het Verdronken Sluiswachtershuisje. De route komt net niet door Hattem, maar wie nog een plekje zoekt voor een kop koffie of en lunch kan hier goed terecht.

De sloop van de IJsselcentrale is begonnen.

De sloop van de IJsselcentrale is begonnen.

Implanter, van Paul Segers

Implanter, van Paul Segers

Wij steken voor de laatste keer de IJssel over. Met het Kleine Veer, dat niet eens aan alle wachtende fietsers een plek kan geven. Eerst even naar rechts, tot aan de IJsselcentrale. De schoorstenen zijn er niet meer, en de sloop van de het complex is begonnen. Dit is een passende plek voor de Implanter van Paul Segers, een “industriële sculptuur als een futuristisch implantaat, dat zijn functie heeft verloren”, zoals het informatiebord meldt. Het is trouwens voor het eerst op onze tocht dat we zien dat er vandalen aan het werk zijn geweest. Het informatiebord is gehavend, maar nog goed te lezen.

Waves, van Tanja Smeets

Waves, van Tanja Smeets

We keren om en gaan noordwaarts. Net voorbij de weg naar het Kleine Veer vinden we Waves, een intrigerend werk van Tanja Smeets. Zij gebruikt de palen van het palenpad, dat gebruikt werd door de bewoners van de boerderij hier in de uiterwaarden. Op de dwarsbalken boven op de palen kon een plankier worden gelegd, en zo kon men bij hoog water toch te voet de dijk bereiken. Nu de nevengeul klaar is zijn de palen niet meer nodig. Tanja Smeets bedekt de palen met aangroeisels, die meegevoerd lijken te zijn door het hoge water.

Via het Engelse Werk en de Katerveersluizen rijden we Zwolle binnen. Wanneer ik voor het eerst Zwolle bezocht weet ik niet meer. Het was in elk geval niet vóór mijn dertigste. In mijn jeugd had ik het beeld van Zwolle als een saaie ambtenarenstad, waar de mensen zwaar op de hand zijn. Zeker geen uitgaanstypes. Dat beeld is allang verdwenen (net als mijn jeugd, trouwens). Op deze zonnige zaterdag is het markt. We vinden nog net een plekje op een terras aan het Rodetorenplein. Het is nog vroeg in de middag, maar de tafels staan vol glazen witte wijn en gin-tonic. De hipster die ons bedient, verontschuldigt zich dat hij geen Nederlands spreekt, maar Engels. Zwolle anno 2017, toch nog een beetje provinciestad: in Amsterdam zou niemand daarvoor zijn verontschuldigingen aanbieden.

De IJsselbiënnale zit er voor ons bijna op. Nu nog even naar het Historisch Museum Zwolle voor het laatste kunstwerk, de film die Arjen Boerstra maakte van de IJssel tussen Zwolle en Kampen. Dan pakken we de trein naar Deventer.