Fietsen langs de IJsselbiënnale – van Doesburg naar Zutphen
Piet de Noord is namens Water Natuurlijk lid van het AB van Waterschap Drents Overijsselse Delta. Deze zomer fietste hij een aantal dagen langs de IJsselbiënnale. Hij deelt graag zijn ervaringen. Vandaag: van Doesburg naar Zutphen.
Met de trein naar Dieren. Er wordt druk gewerkt rondom het station. Een tunnelbak moet straks Dieren verlossen van de overlast van het doorgaande autoverkeer. De nieuwe voetbrug die de treinreiziger over het spoor en de weg voert is nog niet klaar. Maar het ziet er wel fraai uit. We fietsen via Ellecom, door de uiterwaarden en dan de brug over naar Doesburg.
De tocht begint daar waar de Oude IJssel de “nieuwe” IJssel ontmoet. “Cardo” van Marieke de Jong verwerkt op intelligente wijze het industriële verleden door te verwijzen naar de lantaarnpalen die hier rond 1900 door de IJzergieterij Ubbink werden gemaakt. De streek van de Oude IJssel kende vroeger een bloeiende metaal industrie dank zij de ruime aanwezigheid van ijzeroer. Al in de 17e eeuw bouwde men hier de eerste hoogovens.
We passeren al direct een imposante sluis, van het waterschap Rijn en IJssel. Wij fietsen verder langs de haven, en zien aan de overkant in grote spiegelende letters de woorden ME-WE, een werk van de Duitse kunstenaar Benjamin Bergmann.
In Doesburg is het op deze zomerdag gezellig druk. De eerste Hanzestad die we op onze reis langs de IJssel zullen aandoen is de moeite van het bezoeken meer dan waard. Een aanrader: het Lalique Museum, vol met prachtig glaswerk.
De tocht gaat langs een oude IJsselarm, Het Zwarte Schaar. Hier geniet men zichtbaar van het water: er is een jachthaven, de ene camping na de ander, en er wordt volop gewatersport.
Op het betonnen fietspad liggen veel kapotte mosselschelpen: meeuwen zullen de mosselen hier op het beton hebben laten vallen en vervolgens opgegeten. Het kunstwerk “510”, van Jasper Niens lijkt wel een fuik. Het nodigt uit om erin te klimmen.
Bij Olburgen moeten we even met de veerpont heen en weer. Om de Wandererzähler te zien die uitkijkt op de pont. En om onze eerste munt te verzamelen. Lobke Meekes baseerde zich voor haar kunstwerk op de Griekse mythe van de Styx. Zij maakte voor elk van de 8 pontjes een eetbare munt. Daar horen verhalen bij, enfin, je moet het zelf ervaren.
We vervolgen de IJsseldijk naar Bronkhorst. Na al het recreatiegeweld is het nu rustig. We ontmoeten koppeltjes gele kwikstaarten, die we al jaren niet meer hadden gezien. Waar de Grote Beek uitmondt in de IJssel vinden we het Kunstgemaal: een galerie in de dienstwoning van het gemaal. Met regelmatig wisselende tentoonstellingen. We laten ons verrassen door de tentoonstelling Schakelen met o.a. werk van Susan Drummen.
De pont (waar we ons 2e muntje ontvangen) brengt ons naar de Veluwse kant van de IJssel.
Direct naast de veerstoep staan een serie bijzondere zeezoutsculpturen van Peter de Cupere.
Door Cortenoever, langs o.a. het kunstwerk Analgesia dat een wat onbehaaglijke indruk achterlaat. Net als een griezelfilm, niet te lang naar kijken. Niet in de catalogus, maar wel erg leuk: het Been van Manke Berend. Het is te vinden bij het architectonisch geslaagde nieuwe gemaal Laag Helbergen.
Over de Cortenoeverse brug naar Zutphen, waar we nog de IJssel Chinampa (Peter Ojstersek) aantreffen, bij het gemaal Helbergen.
Ook in Zutphen is het weer gezellig druk. De eerste etappe, van 34 kilometer, zit erop. Tijd voor een terrasje.
Prachtige tocht Piet. Hebben wij ook zin in als ik wat beter in conditie ben. Fiets in trein gaat makkelijk?