Fietsen langs de Overijsselse Vecht – Dag 3
Deze zomer fietst Piet de Noord een aantal dagen langs de Overijsselse Vecht. Hij deelt graag zijn ervaringen. Dag 3: van Nordhorn naar Laar.
14 augustus. Nordhorn is, met ongeveer 53.000 inwoners, de grootste stad aan de Vecht. De eerste bloeiperiode was in de 15e eeuw. De Vecht was bevaarbaar, en via Nordhorn werd o.a. het Bentheimer zandsteen over de Vecht naar Nederland verscheept. Eind 19e eeuw bracht de textielindustrie opnieuw welvaart en met de aanleg van het kanaal Almelo-Nordhorn en het Ems-Vechte Kanal werd Nordhorn aangesloten op Nederland en Noord-Duitsland. Nordhorn noemt zich nu met enig recht ” Wasserstadt”, en dat wordt nu uitgebuit door terrassen en nieuwe woongebieden aan het water te situeren. Om al dat water op peil te houden zijn er sluizen en stuwen nodig. De vissen moeten zich omhoog worstelen via grote trappen.
Iets noordelijk van Nordhorn we komen langs Kloster Frenswegen. In dit imposante gebouw zal op 10 september a.s. het Internationale Vechtsymposium worden gehouden. Ook Waterschap Groot Salland doet daaraan mee.
Net voorbij Neuenhaus stroomt de Dinkel in de Vecht. De Dinkel ontspringt westelijk van de Vecht, aan de voet van dezelfde Baumberge. Bij Losser komt ze Nederland binnen en vormt een prachtig meanderend dal bij De Lutte. Na 93 kilometer is het gedaan met de Dinkel.
Op deze augustusdag staat de Dinkel laag, maar Neuenhaus had in het verleden veel te kampen met hoog water; de aanleg van stuwen in de Vecht en de Dinkel heeft daar een einde aan gemaakt.
Na Hoogstede verlaten we de Vecht voor een tijdje. Onze fietstocht voert langs Lager Bathorn en Neugnadenfeld. Plaatsen met een interessant en duister verleden uit de Nazitijd en de naoorlogse jaren. Laat ik me tot de Vecht beperken. Na 20 kilometer treffen we haar weer, bij Emlicheim. De rivier is nu gereguleerd en van dijken voorzien. Toch, zo’n rivier blijft altijd mooi. De Vecht vergezelt ons tot aan de grens, die we bij Laar oversteken.