Niet jojo-en met de waterschapstarieven

FacebookTwitterLinkedInWhatsAppEmailPrintMastodonBlueskyShare

In de vergadering van het waterschapsbestuur op 27 november heeft Water Natuurlijk ingestemd met de begroting en met de voorgestelde tarieven voor 2019. De tarieven blijven gemiddeld onder die van 2016, al stijgen ze nu wel een beetje: voor de meeste huishoudens tussen de 7 en 16 euro voor het hele jaar.

Een iets minder sterke stijging was technisch wel mogelijk, maar zou voor de daarop volgende jaren weer een forsere verhoging betekenen. Water Natuurlijk wil met degelijk financieel beleid zo’n jojo-effect voorkomen, iets waar fractievoorzitter Marion Wichard bij de begrotingsbehandeling vorig jaar ook al voor pleitte. Bovendien wil de fractie dat het bestuur dat na de verkiezingen in maart 2019 aantreedt, voldoende ruimte heeft om eigen keuzes te maken.
Twee zorgpunten waren er, bij meerdere fracties: de groei in de formatie en de effecten van het zgn. wegenarrest van de Hoge Raad.

Ambities voorop

Over de groei van de formatie ontstond een stevige discussie. Ook Water Natuurlijk plaatste er kanttekeningen bij. Niet zozeer bij het feit dat er menskracht nodig is voor de ambities die het AB zelf heeft uitgesproken: dat is nu eenmaal de consequentie van beleidskeuzes. Wel vond Wichard dat onvoldoende inzichtelijk is wat de personele gevolgen zijn als er projecten worden afgesloten. Daarom stemde de fractie uiteindelijk in met een motie van de VVD. Die luidt kort geformuleerd: breng gedetailleerder in beeld waarom en hoe de formatie –en daarmee ook de post personeelskosten- zich in een stijgende lijn ontwikkelt. Met de aantekening dat Water Natuurlijk niet op voorhand vindt dat de groei van de formatie moet stoppen, zoals de VVD wil: ambities staan voorop, en als daarvoor personeel nodig is, is dat een politieke keuze.

Wegenarrest

Uit een uitspraak van de Hoge Raad van 9 november –het zgn. Wegenarrest- bleek de eigenaren van wegen (rijk, provincie, gemeenten) eigenlijk al jarenlang te veel betalen. Oorzaak is dat het begrip ‘verharde openbare weg’ heel lang zo is geïnterpreteerd dat ook de ónverharde berm daar bij hoorde. De Hoge Raad vindt echter van niet. Over de wegen wordt twee keer zoveel belasting geheven als over de andere ongebouwde grond. Dat geldt vanaf nu nog alleen voor de verharde opppervlakte, en daarom moet de rest van ongebouwd (vooral de landbouwgrond) meer betalen, om de totale opbrengst gelijk te houden.
Water Natuurlijk vindt dat de uitspraak van de Hoge Raad direct moet leiden tot aanpassing van het tarief: dat is niet heel ingewikkeld, en zorgt ervoor dat kosten ook worden betaald door de juiste categorie belastingplichtigen. Het alternatief van het Dagelijks Bestuur was om het bedrag van zo’n drie ton in 2019 te verrekenen in de jaarrekening. Water Natuurlijk vindt dat principieel onjuist, omdat dan iederéén betaalt. Feitelijk heeft de categorie ongebouwd jarenlang te weinig betaald, en het is dus niet meer dan redelijk dat wie jarenlang de lusten had, nu ook de lasten draagt, en niet nóg langer ten onrechte te weinig betaalt.
Helaas was voor dat standpunt geen meerderheid in het Algemeen Bestuur, en moeten de kosten nu toch gedragen worden door álle belastingbetalers.