Water Natuurlijk blij met verdere democratisering waterschap
Dinsdag 29 november heeft de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel geborgde zetels van Laura Bromet (GroenLinks) en Tjeerd de Groot (D66) aangenomen. Water Natuurlijk is altijd voorstander geweest van het afschaffen van de geborgde zetels. Vermindering van het aantal van nu maximaal negen naar vier is een mooie stap op weg naar verdere democratisering van de waterschappen.
Geborgde zetels zijn bestuurszetels in waterschappen die niet worden gekozen, maar door belangengroepen worden benoemd. Het aantal varieert tussen de 7 en 9 zetels per waterschap. Afhankelijk van het totale aantal zetels in een waterschap zit rond een kwart in het bestuur zonder te zijn gekozen. Met het initiatiefwetsvoorstel wordt dat dus een stuk minder: volgens het voorstel worden vier zetels gelijk verdeeld over de categorieën ongebouwd (de agrariërs) en natuur (terreinbeherende organisaties). De zetels voor de categorie bedrijven verdwijnt helemaal.
Onderdeel van het besluit is ook het vervallen van de verplichting dat er altijd minimaal één geborgde zetel deel moet uitmaken van het Dagelijks Bestuur.
Vier jaar wachten niet goed
Deze laatste regeling gaat sowieso in na de volgende waterschapverkiezingen, maar Water Natuurlijk rekent er op dat ook het verminderen van het aantal geborde zetels niet vier jaar boven de markt blijft hangen, en ingaat bij de volgende verkiezingen. Die zijn op 15 maart 2023. Daarvoor moet de regeling vóór 19 december in het Staatsblad worden gepubliceerd. Dat zijn nog ruim 2 weken, dus in praktische zin hoeft dat geen probleem te zijn.
Update 1 december:
Vandaag stemde de Tweede Kamer over de motie “Tijdige inwerkingtreding van het wetsvoorstel inzake het schrappen van geborgde zetels in waterschapsbesturen”. Op verzoek van een van de partijen werd hierover hoofdelijk gestemd. De motie werd aangenomen met 78 stemmen voor en 59 stemmen tegen. Daarmee is vrijwel zeker dat de wet inderdaad al bij de verkiezingen op 15 maart 2023 in werking treedt. Verantwoordelijk minister Harbers heeft in elk geval al laten weten dat hij de oproep van de Kamer ziet als een “uiterste inspanningsverplichting” om er alles aan te doen om te zorgen dat de wet op tijd klaar is.