Heeft het waterschap in 2014 gedaan wat het moest doen?

FacebookTwitterLinkedInWhatsAppEmailPrintMastodonShare

Elk jaar in juni staan ze weer op de agenda: de jaarstukken. In het verleden lag de nadruk vooral op het financiële jaarverslag, maar gelukkig is de focus nu terecht verschoven: heeft het waterschap gedaan wat het zich had voorgenomen, en binnen het budget? Water Natuurlijk was tevreden.

In het verleden was het AB tevreden als er geld overbleef: “we hebben het weer goed gedaan” was dan het overheersende gevoel. Water Natuurlijk vond dat altijd maar de helft van het verhaal: de jaarstukken zouden eerst inzicht moeten geven in de resultaten: hebben we bereikt wat we ons hebben voorgenomen? En dan: hebben we dat gedaan met het geld dat we ervoor begroot hadden? Gelukkig is de kwaliteit van de jaarstukken steeds beter geworden, en geeft het goed inzicht in de resultaten van alle programma’s en projecten.

Enkele kritische noten

In de AB-vergadering van 25 juni gaf Piet de Noord namens de fractie complimenten voor de jaarstukken 2014. Er is goed naar Water Natuurlijk en andere fracties geluisterd. De stukken geven een goede weergave van de doelstellingen en de resultaten, en geeft een goed inzicht in de afwijkingen. Een klein minpuntje: het stuk is beduidend dikker geworden.

Op een enkel onderdeel was er nog een kritische opmerking: het waterschap slaagt er nog steeds niet in om 75 procent van de aangevraagde vergunningen binnen 4 weken af te ronden, zoals het voornemen was. Dat de gemiddelde doorlooptijd wat korter is geworden, is nog geen reden tevreden te zijn.
Bij het verplichte “schatkistbankieren” overschreed het waterschap in 2014 gedurende 2 kwartalen de wettelijke norm. De houding “dat is niet erg, wordt toch niet gehandhaafd” past het waterschap als overheid niet.
Vorig jaar werd aan Water Natuurlijk een onderzoek toegezegd naar de vraag waarom de afgevoerde hoeveelheid slib kleiner werd. Nu wordt de hoeveelheid slib weer kleiner, maar het onderzoek is nog niet afgerond. Zo ingewikkeld kan het toch niet zijn, aldus Piet de Noord. Hij rekent er dan ook op dat er alsnog een verklaring komt.