Nieuw belastingstelsel waterschappen voorlopig even uit beeld
De Unie van Waterschappen heeft in december nog geen besluit kunnen nemen over het nieuwe belastingstelsel. De twee commissies die aan het werk zouden gaan komen er voorlopig niet, het gesprek wordt later in 2019 hervat. Dus ná de verkiezingen. Water Natuurlijk vind het treurig dat er nu geen stappen worden gezet op weg naar een stelsel waarin een relatie wordt gelegd tussen profijt en betaling, en waarin de vervuiler (of de kostenveroorzaker) betaalt.
De gesprekken over een nieuw belastingstelsel zijn op onze website al enkele keren uitgebreid aan de orde gesteld. Water Natuurlijk had kritiek op onderdelen van de plannen, maar wij vonden en vinden dat het huidige stelsel dringend aan verbetering toe is. Daarom betreuren we het dat de voorstellen nu in de ijskast terecht zijn gekomen. Daarmee geven de waterschappen zichzelf ook een brevet van onvermogen.
Nu nieuwe toedeling van kosten in Drents Overijsselse Delta nodig
Bij de fusie in 2016 heeft het Algemeen Bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta de verdeling van de kosten voor het watersysteem vastgesteld. Die zgn. kostentoedeling is de basis voor de watersysteemheffing. Bepaald wordt welk deel van de kosten betaald wordt door de ingezetene, door de eigenaren van gebouwd onroerend goed (huizen en bedrijfsgebouwen), door de eigenaren van ongebouwde grond (boeren) en door de eigenaren van natuurterreinen. Die kostentoedeling moet elke vijf jaar opnieuw gedaan worden.
In 2016 spraken de fracties af eerst de nieuwe belastingvoorstellen af te wachten, zodat daar al rekening mee gehouden kon worden. Afwachten gaat nu niet meer, en het Dagelijks Bestuur stelde daarom voor dat het nieuwe AB in 2020 een besluit moet nemen. Voor de fractie ‘ongebouwd’, dus de LTO-vertegenwoordigers, duurde dat eigenlijk te lang, omdat door een recent arrest van de Hoge Raad eigenaren van wegen minder, en boeren wat meer moeten betalen (zie voor de achtergronden ons bericht van 30 november).
Woordvoerder Piet de Noord vond dat het nieuwe bestuur voldoende tijd moet krijgen om zich in deze ingewikkelde materie te verdiepen. Hij steunde dus, net als de meerderheid, het DB-voorstel.